Lean bouwen heeft in de afgelopen jaren een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. In de installatiebranche lijkt het Lean-gedachtegoed minder snel voet aan de grond te krijgen. "Ons werk is daar te ingewikkeld voor", krijg ik vaak als reden te horen. "Het is niet gemakkelijk om ingewikkelde installaties op te knippen in kleine onderdelen", is een ander veelgehoord argument. Ik vind dat er nogal wat is af te dingen op die zienswijze. Want installaties? Daar kwam ik zelf achter toen ik als directeur werkte voor een installatiebedrijf en met Lean aan de slag ging, zijn in de kern eigenlijk gewoon doosjes met touwtjes.

Laat me dat uitleggen aan de hand van een situatie die je vast zult herkennen:

Vol trots sta je op de bouwplaats van één van je projecten. Je hebt net de deur van de keet achter je dichtgetrokken waar je even met de uitvoerder hebt staan praten. Volgens hem liep alles op rolletjes. Natuurlijk waren er ook een paar dingen die nog beter konden, maar hij was erg tevreden. Je kreeg zelfs complimenten over hoe jouw mensen hun werk doen. Een prettig gesprek was het. Je merkt bovendien dat er rust en overzicht heerst en dat de uitvoerder de tijd neemt om dingen met je te delen. Je loopt verder het bouwterrein op, op zoek naar waar je collega’s aan het werk zijn. Onderweg stuit je op verschillende plaatsen op onderdelen van installaties die al in het werk zitten. Je blijft soms even staan om te zien of alles netjes op zijn plek zit en of de onderdelen netjes zijn afgemonteerd. Natuurlijk, er wordt straks nog een plafond gemonteerd, maar ook niet-zichtwerk moet op orde zijn. Jij en je collega’s leveren immers kwaliteit.

Even verderop zie je dat je leidinggevend monteur druk in gesprek is met een stukadoor. Je wacht even tot ze uitgepraat zijn en vraagt daarna aan je collega hoe het gaat en waar zijn overleg van zojuist over ging. "Het gaat gesmeerd", krijg je te horen. "Het werk schiet op, de sfeer is relaxed, er wordt regelmatig over de voortgang en over waar we elkaar kunnen helpen overlegd." En dat gesprekje met die stukadoor ging over een paar muren waar hij uitgefreesde sleuven wilde dichtsmeren. De stukadoor had echter gezien dat het leidingwerk er nog niet in zat, terwijl dat volgens de planning al gebeurd moest zijn. "Dat had hij vanochtend tijdens de daily stand ook al gemeld en toen hebben we afgesproken dat we later vandaag samen naar een oplossing zouden zoeken zonder dat anderen op de bouwplaats daar last van hebben", vertelt de monteur je.

Jullie lopen daarna verder over het werk en je monteur legt je daarbij uit waarom het hele project in kleine delen is opgeknipt. "Hoezo in kleine delen opgeknipt?", vraag je. Enthousiast legt de monteur uit dat iedereen hierdoor veel efficiënter kan werken. De één hoeft pas te beginnen als de ander klaar is, loopafstanden zijn een stuk korter omdat er op kleinere oppervlakken gewerkt wordt en klussen worden eerst volledig afgerond voordat er aan een nieuwe wordt begonnen. Klinkt logisch, denk je. “Maar hoe doe je dat dan met alle kabels en leidingen en het inregelen van de installaties?”, vraag je vervolgens. Dat bleek inderdaad nog niet zo makkelijk, maar samen met de engineer hadden ze in de voorbereiding al uitgezocht waar het werk wel en waar het niet in kleine delen kon worden opgeknipt. Soms hebben ze zelfs het ontwerp aangepast. “Natuurlijk lukte het niet overal maar waar het wel lukte leverde het direct minder gedoe op”, lacht de monteur. “Want zeg nou zelf: zo’n installatie is in feite niet veel meer dan heel veel doosjes en touwtjes die we aan elkaar knopen.” 

 “Tsja, doosjes en touwtjes”, denk je. “Fantastisch als mijn mensen een complexe installatie weten terug te brengen tot dit soort eenvoudige overtuigingen.” Tijdens de rest van jullie wandeling krijg je op verschillende plaatsen meer uitleg over logistieke oplossingen die er op de bouwplaats bedacht zijn. Je mannen hadden er een sport van gemaakt om de looptijden iedere dag iets korter te maken. “Want lopend bouw je geen installaties toch?”, roept een van je andere medewerkers.

In de keet drink je nog een bakkie en daarna rijd je - in gedachten verzonken - terug naar de zaak. “Zo kan het dus ook”, glimlach je. “Lean werken in de installatiesector is wél mogelijk!”